Haar composities worden omschreven als gevarieerd, sympathiek en bijzonder fantasierijk in klank. Lof krijgt ze vooral voor haar inventieve klanklandschappen. Composities gaan ook regelmatig vergezeld van filosofische teksten die ze zelf bedenkt. Uitvoeringen van haar werk vonden verder op opmerkelijke locaties plaats. Een compositie voor bij een videoinstallatie over ondergronds mijnwater, gemaakt door beeldend kunstenares Alien Oosting, was bijvoorbeeld te horen in een Zuidlimburgse fietsenkelder. In de compositie waren onder meer rollende stenen, stromend water, stemgeluiden en het geluid van stoom te horen, deels bewerkt door elektronica. Dat alles kwam daarbij uit maar liefst zes luidsprekers tegelijk.
Componiste Nicoline Soeter, van wie in de maand augustus korte uurstukken op de Tilburgse beiaard zijn te horen, is niet alleen een opvallende bedenker van inventieve klankwerelden. Naam maakte ze ook met VONK, een ensemble waarvan de muziek beïnvloed wordt door hedendaags gecomponeerde muziek en avant-garde pop. Als groepslid van VONK werkte Soeter samen met een rij van schrijvers, compononisten, theatermakers en muzikanten. VONK trad verder op tijdens allerlei speciale muziekdagen en muziekfestivals als Incubate, November Music, Muziektheaterdagen Amsterdam, Cross-Linx, Gaudeamus Muziekweek, Transit Festival en Huddersfield Contemporary Music Festival. In 2018 werkte VONK aan zijn eerste album ‘Whose arm is that?’, een cd vol met liedjes van verschillende componisten, waaronder Soeter. Sinds september 2017 is Soeter ook artistiek leider van podium De Link in Tilburg.
Over de vier voorslagen die ze schreef voor de Tilburgse beiaard zegt de componiste: “Die horen bij elkaar. Het zijn fragmenten van dezelfde compositie, ‘Circles & Squares’ geheten, die ik oorspronkelijk voor VONK schreef. Bij de compositie hoort ook een tekst die ik baseerde op de mythe van de bolmens van de Griekse blijspeldichter Aristophanes. De gedachte waarmee ik ‘Circles & Squares’ maakte, vind ik ook mooi om boven de stad te laten zweven.”
– Kun je meer vertellen over je achtergrond? Waar en wanneer ben je geboren, wanneer en waarom heb je besloten om componiste te worden? En was je daarvoor al zeer actief als muzikante?
“Ik ben geboren in 1974 in Velp als dochter van een Nederlandse vader en een Zwitserse moeder. Ik heb nog niet zo lang geleden gehoord dat mijn Zwitserse overgroot oma pianiste bij stomme films was. Daar voel ik me wel verwant aan. Ik maakte als kind heel graag hoorspelen en was altijd bezig met verhalen schrijven en liedjes maken. Na mijn studie klassiek viool, was ik vooral met improvisatie bezig en dat leidde als vanzelf tot de behoefte om te componeren. En uiteindelijk voel ik me veel meer thuis in de rol van maker.”
– Jouw composities worden vaak omschreven als bijzonder fantasierijk, zowel in klank als in instrumentkeuze. Is dat je doel ook: muziek maken waarvan mensen kunnen zeggen of denken: dit heb ik nog nooit eerder gehoord?
“Nee, dat zou een te groot streven zijn. Er is door de eeuwen heen zoveel muziek gespeeld en geschreven, verwantschappen zijn altijd te vinden. Wat ik zoek in klankkleur heeft vaak een emotionele betekenis. Als ik een ander instrument of een andere techniek zou kiezen is het niet op dezelfde manier doorleefd. Alsof het niet ademt of gewoonweg niet de juiste zeggingskracht heeft.”
– Wanneer ben je tevreden over een eigen compositie?
“Dat gebeurt niet zo snel. Composities zijn momenten in de tijd oftewel in een persoonlijk ontwikkelingsproces. Er is bijna altijd wel iets dat ik later nog wil veranderen. Toch kan ik best genieten van een moment, zeker als ik geraakt word door een uitvoerder die alles geeft. En soms ben ik later positief verbaasd. Dan vraag ik me af hoe ik het heb kunnen maken.”
– Hoeveel composities heb je eigenlijk al op je naam staan en welke compositie is je het dierbaarst en waarom?
“Ik ben nu bezig aan opus dertig. Mijn muziektheatervoorstelling Wunderkammer is me het meest dierbaar. Het was een soort levende klankinstallatie, maar ook binnenwereld, museum, werkplaats en publieke ruimte, geïnspireerd op de rariteitenkabinetten in de 17e en 18e eeuw. Het woord ‘raar’ heeft vandaag de dag een negatieve connotatie, maar betekende oorspronkelijk vooral zeldzaam, net als in het Engels. De rariteitenkabinetten uit de 17e en 18e eeuw waren voor veel apothekers en artsen de eerste aanzetten tot natuurwetenschappelijk onderzoek. Tegelijkertijd vervulden ze een publieke functie, waren het een soort musea. In de tekst van Wunderkammer speelden insecten een bijzondere rol. Veel kevers hebben de meest wonderlijke namen, zoals tapijtbok, soldaatje, eenhoorn of heilige pillendraaier. Pas recent bleek hoe slecht het met insecten gaat en was een ode behoorlijk op z’n plaats. De voorstelling is me dierbaar omdat Wunderkammer toch vooral over m’n eigen binnenwereld ging. Dat persoonlijk durven zijn mooie reacties oplevert en ook herkenning vond ik een bijzondere ontdekking.”
– In je werk combineer je muziek met filosofische teksten die je ook zelf schrijft. Wanneer ben je teksten gaan schrijven voor bij je muziek en waarom?
“Ik ging teksten schrijven omdat het me de mogelijkheid bood om muziek en tekst echt goed bij elkaar aan te laten sluiten in een lied. En ik wilde de onderwerpen zelf kunnen kiezen omdat ik dan over iets kon schrijven dat me ook echt raakt. Eigenlijk zoals een singer-song writer. Maar samenwerken met een schrijver bevalt me ook goed. Zo werk ik op dit moment aan een voorstelling samen met de Tilburgse schrijver Anton Dautzenberg. Hij schrijft de theatermonoloog, ik de songteksten. De voorstelling gaat in maart 2020 in première bij Tilt.”
– Je bent erg actief met je eigen ensemble genaamd VONK. Die naam is in Tilburg vrij bekend onder muzikanten. VONK was namelijk van 1986 tot 2000 het Tilburgse muziekpodium. Heeft jouw ensemble daar ook nog iets mee te maken?
“De naam VONK is verzonnen door één van onze musici, zonder dat we de historie van deze naam in Tilburg kenden. Achteraf gezien is het prima, want een verwantschap is er zeker.”
– Voor VONK componeerde je onder meer een stuk voor elektrische gitaar, vibrafoon en koebellen. Daarvoor moet je wel een zeer fantasierijke componiste zijn. Of niet?
“Koebellen zijn op zich gebruikelijk slagwerk instrumentarium, maar ik kies wel bewust voor klankcombinaties. In een later stuk combineerde ik Thaise gongetjes met marimba, omdat de wat zwevende stemming van de gongetjes prachtig bij het geluid van de hout paste.”
– Je hebt meer bijzondere projecten op je naam staan: zoals een project waarin je muziek componeerde voor bij een video-installatie over mijnwater. De installatie en muziekperformance vonden letterlijk onder de grond plaats in een Limburgse fietsenkelder. Hoe was dat en zijn daar nog veel mensen komen kijken?
“Dat was een erg tof project. In eerste instantie voelde ik enige schroom om iets te maken in het kader van het jaar van de mijnen. Als buitenstaander vond ik de korte periode die er was om aan het project te werken niet toereikend om op een integere manier iets over het mijnverleden te kunnen zeggen. Maar toen ik in de mijnverhalen dook ontdekte ik een aantal zeer tot de verbeelding sprekende gebeurtenissen, zoals het verhaal over Geleen. Op het moment dat de mijnen in Limburg gesloten werden was er een serieus voorstel van de directeur van een Canadese werkgeversvereniging om heel Geleen naar Canada te verhuizen. Er was daar een plek op de landkaart geprikt die Nieuw-Geleen zou gaan heten. De man bood twee schepen aan om alle mijnwerkers samen met hun hele sociale omgeving – de slager, de bakker, de kerk, de fanfare, de voetbalclub – om echt alles naar Canada te verplaatsen. Men heeft er uiteindelijk toch vanaf gezien. De performance was meerdere dagen tijdens Cultura Nova te bezoeken en er zijn heel wat bezoekers met ons mee onder de grond gegaan.”
– Voor de Tilburgse beiaardautomaat heb je de korte uurstukken gecomponeerd voor de maand augustus. Ben je tevreden met hoe de composities zijn geworden?
“Ik heb een variant op eerder werk gemaakt. De compositie met de Thaise gongetjes bleek zo goed te passen bij het geluid van het carillon. Ik werd er heel vrolijk van om dit werk terug te horen in een nieuwe versie. En dat terwijl ik normaal gesproken dus niet graag een compositie naar andere instrumenten omzet. Dit paste zo goed dat ik het niet kon laten. De vier voorslagen horen ook bij elkaar. Het zijn fragmenten van dezelfde compositie ‘Circles & Squares’ die ik oorspronkelijk voor VONK schreef. Bij de compositie hoort ook een tekst die ik schreef op basis van de mythe van de bolmens van Aristophanes, vrij naar de dialogen van Plato.”
– Interessant, vertel eens meer daarover…
“Volgens de mythe waren mensen lang geleden bolvormige wezens. Ze hadden vier armen, vier benen, twee hoofden en bewogen zich voort in een soort radslag. Er waren drie soorten. Eén van hen bestond uit twee mannelijke helften, de ander uit twee vrouwelijke helften en de derde had zowel een mannelijke als een vrouwelijke helft. In het licht van de gender-discussie vond ik het interessant om te zien hoe oud het idee al is. In mijn versie kunnen ze zich voortbewegen zonder ‘picto’s of frames’. Omdat niemand ze in een hokje plaatst, is het niet nodig om zichzelf af te vragen wie ze zijn. De noten zelf hebben ook zowel hoekige als circulaire bewegingen. Ondanks dat de tekst niet te horen is kan de compositie prima op zichzelf staan en de gedachte waarmee ik ‘Circles & Squares’ maakte vind ik ook mooi om boven de stad te laten zweven.”
– Als componiste voor de beiaardautomaat in de maand augustus beleefde je een valse start. Eind juli begaf de automaat het tot ieders schrik. Heb je daar nog iets van meegekregen?
“Jazeker. Ik hoorde ervan omdat mijn compositie niet gespeeld kon worden. Wel bijzonder dat met vereende krachten het probleem zo snel weer verholpen was.”
De vier voorslagen maken onderdeel uit van de compositie getiteld ‘Circles & Squares’ die Soeter oorspronkelijk voor VONK schreef. De uitvoering door VONK is ook op YouTube te beluisteren. Klik hiervoor op onderstaande video.