De Beiaard

Luister elke zaterdag van 13.00 tot 14.00 uur naar live beiaardmuziek uit de Heikese kerk! Vaste bespeler van het carillon is Carl Van Eyndhoven. Daarnaast zijn er ook speciale bespelingen. Volg hiervoor de nieuwspagina op deze site en u bent altijd op de hoogte.

Over onze beiaardier:

Carl Van Eyndhoven (1959) is hoofd onderzoek Muziek & Drama van LUCA School of Arts. In 2012 promoveerde hij over de  uitvoeringspraktijk van zeventiende-eeuwse beiaardmuziek. Hij laat zich vooral horen in de beiaardwereld als stadsbeiaardier van Tilburg en Mol en via concerten in Frankrijk, Nederland, USA en  Japan. Van 2000 tot 2012 was hij voorzitter van de Vlaamse Beiaardvereniging. Momenteel is hij voorzitter van CEMPER (Centrum voor het cultureel erfgoed van muziek en podiumkunsten in Vlaanderen en Brussel) en het Béla Bartók Archief van België. In 2017 nam hij de CD “Django Bells” op in samenwerking met het jazz manouche ensemble Minor Sing uit Lyon.

Tilburgse klokkendonateurs in 1966, vanaf de zwaarste klok:

1. Vereniging van Tilburgse Fabrikanten van Wollen Stoffen
2. Centraal Ziekenfonds Tilburg
3. Curatorium van de Katholiek Hogeschool
4. Metaaldraadlampenfabriek ‘Volt’
5. Kring Tilburg van de Federatie Metaal en Elektrotechnische Industrie
6. Katholieke Arbeiders Vrouwenbeweging
7. Nederlands Katholiek Vakverbond
8. N.C.B.-verzekeringen
9. Nederlandse Katholieke Aannemers- en patroonbond
10. De Tilburgse Bankiers
11. Tilburgse Waterleiding Maatschappij
12. Rotary Club.
13. Vereniging Katholieke Middenstandsbond
14. Stichting Studiebelangen R.K. Leergangen
15. R.K. Gasthuis
16. N.V. Van Boxtel
17. KvK Tilburg en omstreken
18. Zusters van Liefde
19. Schiedamsche Lederwarenfabriek
20. Tilburgse Spaarbank
21. Tilburgse grafische en aanverwante industrie

(Met een bijdrage van de Tilburgse bevolking is de beiaard aangevuld tot 50 klokken).

Wat geschiedenis over de Tilburgse beiaard:

Arie Abbenes, stadsbeiaardier van Tilburg van 1967 tot 1986, schreef onderstaand verhaal over de geschiedenis van de Tilburgse beiaard.

In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw schoten de beiaarden in Nederland als paddenstoelen uit de grond. Dat was in de eerste plaats het gevolg van de Tweede Wereldoorlog toen een groot aantal nieuwe – onbeschermde – beiaarden gevorderd werd voor de oorlogsindustrie en enkele historische instrumenten door oorlogshandelingen verloren gingen. De Nederlandse klokkengieters ontwikkelden als gevolg van de grote vraag naar luid- en beiaardklokken in korte tijd een grote vaardigheid in het vervaardigen van beiaarden. Ook Tilburg moest zijn beiaard in de Heuvelse Kerk opofferen aan de Duitse oorlogsmachine. Volgens een getuigenis van de beroemde Mechelse stadsbeiaardier Jef Denijn moest dit een voortreffelijk instrument geweest zijn van de Engelse gieters Gillet & Johnston.

Nieuwe beiaard

Begin jaren zestig ontstond het idee om Tilburg weer te voorzien van een nieuwe beiaard. Kenmerkend voor de toenmalige stedenbouwkundige opvattingen zou het een echte “stadsbeiaard” moeten worden, klinkend over de gehele binnenstad vanuit een hoge toren, en niet slechts hoorbaar op De Heuvel vanuit de lage toren van de Heuvelse Kerk. Het lag daarom voor de hand dat de Heikese Kerk, tussen Schouwburg en nieuw te bouwen Stadhuis, de plaats voor de nieuwe beiaard moest worden. Het enthousiaste beiaardcomité diende wel te beseffen dat de lantaarn van de Heikese Toren slechts plaats bood aan een lichte beiaard met een basklok van 420 kg. Dat stak wel schril af tegen de zware beiaard die ooit uit de Heuvelse Kerk klonk. Het lukte klokkengieterij Eijsbouts uit Asten in 1966 wonderwel om in de kleine lantaarn van het Heike (diameter slechts 2 meter) een reeks van 47 klokken onder te brengen, inclusief een mechaniek voor hand- en automatische spel. Het resultaat was verbluffend en de reacties waren overwegend positief; Tilburg had een lichte stadsbeiaard gekregen die over grote afstand hoorbaar was.

Stadsbeiaardier

In 1967 trad ik als aankomend beiaardier aan als stadsbeiaardier van Tilburg. Ik moet toegeven dat het geen gemakkelijke opgave was om dit nieuwe fenomeen adequaat te presenteren in een omgeving die al 25 jaar verstoken was van beiaardklanken. De stad was een harde maar effectieve leerschool, die node gemist wordt binnen de vakopleiding tot beiaardier. Zo borrelden er, naast waarderende signalen, ook klachten op uit de dichtbevolkte binnenstad met betrekking tot het automatisch spel en soms ook vanwege het “ontoelaatbare” repertoire. Gelukkig zijn de positieve ervaringen verre in de meerderheid, dank zij de weerklank uit de samenleving. Laat ik er enkele noemen:

– De organisatie “Kruikenmarkt” die de zaterdagbespeling inpaste in zijn marktprogramma met verzoeknummers op de beiaard en samenspel met optredende bands.

De niet aflatende inzet van conservatoriumdocent Jan van Dijk om compositiestudenten te interesseren in het schrijven van nieuwe muziek voor dit oude instrument.

De gewaagde programmering op instigatie van van de gemeentelijke beiaardcommissie van de zomerconcerten: samenspel met elektronische muziek, koperblazers, dansgroepen en harmonieorkesten.

Samenwerking met de Schouwburg bij grote projecten, waarbij de beiaard binnen te beluisteren viel, zoals bij het spraakmakende Pianola Festival.

Waardig opvolger

De binnenstad van Tilburg heeft in de loop der jaren met de stadsbeiaard van de Heikese Kerk een stem gekregen die na 50 jaar niet meer weg te denken is. Menig vertrekkend student en uitgeweken binnenstadsbewoner zal met weemoed terugdenken aan de typische sfeer rond de Heikese Kerk bij het horen van het vertrouwde carillon, en ik prijs me gelukkig met Carl van Eyndhoven als een waardig opvolger, na mijn vertrek naar Utrecht in 1986. De Tilburgse stadsbeiaard zal tot in lengte van jaren blijven klinken.