Composities die van hem te vinden zijn op YouTube zijn vaak net iets langer dan tien minuten. Het nummer getiteld ‘Aeternae Viam: Movement in Constancy’ bijvoorbeeld duurt iets meer dan dertien minuten. De jonge Tilburgse componist Vlad Chlek (25) woonde in West-Siberië, maar kwam naar Tilburg om aan de nieuwe conservatoriumopleiding Academy of Music and Performing Arts zijn muziekdiploma te halen. “Ik kreeg de kans om te studeren met één van mijn favoriete componisten, Anthony Fiumara, als docent. Dankzij Anthony heb ik ook de kans gekregen om korte stukken muziek te componeren voor de Tilburgse beiaard. Met de beiaard als instrument was ik overigens helemaal niet bekend. Daar heb ik me eerst heel goed in verdiept voordat ik begon met schrijven.”
Deze maand is muziek van Chlek te horen dankzij de korte uurstukken die hij componeerde voor de Tilburgse beiaard-automaat. Ofwel, voor ons reden om de componist een aantal vragen voor te leggen.
– Kun je kort iets vertellen over je muziek. Hoe omschrijf je deze het beste?
“Een leuke, interessante vraag, hoewel niet de makkelijkste. Het is altijd moeilijk om over je eigen kunst na te denken, want wanneer je het creëert komt het meestal van nature en denk je niet zoveel na over de kenmerken ervan. Ik kan zeker zeggen dat mijn muziek altijd anders is, omdat ik graag experimenteer met ideeën en concepten. Ook werk ik graag met ritme, dynamiek en intensiteit om een meer interessant en variabel geluid te krijgen. Mijn belangrijkste vraag voor mezelf wanneer ik iets maak luidt: ‘zou je het leuk vinden om te luisteren als het niet je werk was?’ Ik probeer daar altijd een positief antwoord op te krijgen.”
– Jouw muziek klinkt erg symfonisch en ook enigszins abstract. Is daar een speciale reden voor?
“Mijn muziek hangt af van concepten. In sommige van mijn werken wilde ik het gevoel van een ‘groot’ symfonisch geluid creëren. Maar ik heb ook stukken gemaakt voor solo-instrumenten en kleine ensembles zonder zo’n groot geluid. Over abstract gesproken – het is een vrij algemene term. Ik vind muziek op zichzelf een zeer abstracte kunst met eigen symbolische elementen. De meeste muzikale stukken kunnen met deze term omschreven worden als ze geen sterke associatie hebben met een eerdere culturele achtergrond.”
– Op internet kan ik stukken van jou vinden die langer zijn dat tien minuten. Prefereer jij langere stukken boven korte stukken?
“Voor mij is het eigenlijk handiger om te werken met langere vormen dan met korte. Ik vind het leuk om muzikale ideeën uit te breiden en deze door het hele werk heen door te ontwikkelen. Ik probeer ook ruimte te geven voor een verplaatsing tussen verschillende dimensies en ik probeer uiteindelijk vast te leggen wat ze uiteindelijk zijn geworden. Mijn ‘standaard’ lengte van een compositie – in de meeste gevallen dus ongeveer zo’n tien minuten – leent zich prima voor dergelijke doeleinden.”
– Wie spelen er allemaal mee op je eigen opnamen of bespeel je alle instrumenten zelf?
“Al mijn opnamen tot nu toe zijn door mij gemaakt met DAW-software en met behulp van elektronische instrumenten, in sommige gevallen ook mijn stem. DAW staat voor Digital Audio Workstation. Hiermee kun je bijvoorbeeld muziek in de vorm van MIDI-data opnemen of handmatig invoeren en aanpassen. Ook kun je er bijna altijd geluid mee opnemen, zoals een zangpartij. De meeste moderne producers gebruiken deze software. Dus, in principe gaat het allemaal om geluidsontwerp nadat je klaar bent met het componeren van een stuk. Er gaat heel veel werk zitten in het aanbrengen van lagen en het mixen van instrumenten en het masteren.”
– Hoe ben je ooit begonnen als muzikant cq componist?
“Ik had al heel jong veel belangstelling voor muziek. Op mijn 13e kreeg ik mijn eerste gitaar, daarna was ik zanger in een band op de middelbare school. Grotere stappen als componist maakte ik in een ander bandje waarin ik speelde. Toen dat uit elkaar viel, was het moeilijk om mensen te vinden met dezelfde kijk op muziek als die ik heb. Ik besloot daarom dat ik niet van anderen afhankelijk wilde zijn wat betreft het maken van interessante muziek. Daarom begon ik lessen te volgen in een vak genaamd de Theorie van muziek. Dat veranderde alles. Het ontdekken van werken van componisten uit de eerste en tweede golf van Avantgarde-muziek heeft me volledig van gedachten doen veranderen over ‘klassieke’ muziek. Het was toen, dat ik besloot om ook componist te worden.”
– Hoe kwam het zover dat je korte muziekstukken bent gaan maken voor de Tilburgse beiaard?
“Mijn leraar aan het Tilburgse conservatorium, Anthony Fiumara, stuurde een bericht dat er een mogelijkheid was om te componeren voor de Tilburgse beiaard. Ik ben me toen eerst goed gaan verdiepen in dit instrument, omdat ik helemaal niets wist over carillons. Vervolgens ben ik aan het componeren geslagen. Ik sta namelijk altijd open voor nieuwe mogelijkheden. Ik daag mezelf graag uit en grijp elke kans om te componeren voor alle mogelijke instrumenten, ensembles, projecten, noem maar op.”
– Heb je je korte stukken voor de beiaard ook namen gegeven?
“In mijn werk worden de namen voor de stukken altijd als laatste bedacht. Meestal is dit echter een vrij onnodig onderdeel van je werk. Muziek is een eigen symbolisch systeem. Wanneer je dit probeert te verbinden met de syllabische wereld, snij je de ruimte voor verbeelding en individuele interpretatie uit de muziek. Dus, als er geen sterke behoefte is aan een contextuele link ervan is het, denk ik, beter om een muziekstuk naamloos te laten.”
– Wat is volgens jou zo speciaal aan het geluid van een beiaard?
“Een beiaard heeft een zeer helder geluid en kent ook een unieke reeks boventonen.”
– Op veel beiaarden in Nederland kun je tijdens de wekelijkse bespelingen Barok en Neo-Barok horen. Komen deze genres goed overeen met je eigen muziekstijl qua beweeglijkheid?
“Ik luister graag naar Barok-muziek en denk ook dat dit goed past in mijn muziekstijl, daar ik vaak gebruikmaak van polyfonie en een aantal methoden hiervan. Bij polyfonie, dat letterlijk ‘veel stemmen’ betekent, is er geen sprake van een hoofdmelodie die je gemakkelijk mee kunt zingen. In plaats daarvan zijn er meerdere, gelijkwaardige lijnen. Steeds krijgt een andere even de aandacht. Hierdoor heeft polyfone muziek een rijke klank: het is een levendige wirwar van verschillende melodieën. Zo klinkt een beiaard ook.”
– Hoe is het om je muziek elke zaterdag letterlijk uit de hemel te horen neerdalen?
“Oh, ik voel me nu alsof Apollo elke zaterdag van Olympus afdaalt om de echte muziek aan deze plek te geven. En ik wil sorry zeggen tegen iedereen die mijn compositities vervelend vinden.”
– Waar kom je oorspronkelijk vandaan en hoe ben je in Tilburg beland?
“Ik ben geboren in Rusland. West-Siberië om precies te zijn. Ik moest een conservatorium in Nederland uitkiezen om hier te kunnen studeren. Zo ben ik vanzelf in Tilburg terechtgekomen omdat ik een voorkeur had voor Anthony Fiumara als hoofddocent. Ik vind Anthony een geweldige componist en we hebben een sterk gemeenschappelijke blik op muziek. Het was echt een mooie gelegenheid om bij hem te gaan studeren, omdat hij nog maar net werkzaam was als docent aan de nieuwe conservatoriumopleiding Academy of Music and Performing Arts.”
– Hoe heb je het voor elkaar gekregen dat je uit Nederlandse conservatoria kon kiezen?
“Al geruime tijd voordat ik auditie deed op conservatoria woonde ik al in Nederland. Ik hoefde alleen nog voor Tilburg als studieplek te kiezen.”
Luister naar werk van Vlad Chlek op YouTube: https://www.youtube.com/user/
Luister naar werk van Vlad Chlek op Facebook: https://www.facebook.com/vladchlek