Hij studeerde aan de conservatoria van Utrecht, Tilburg en Den Haag en had als docenten onder anderen Anthony Fiumara, Mayke Nas, Martijn Padding en Jacob ter Veldhuis. Naast het schrijven van composities maakt hij popmuziek, speelt hij in een band en organiseert hij educatieve muzikale projecten op scholen. Hij deed verder mee aan verschillende projecten, waaronder de dansvoorstelling INSOMNIA van Muha Nad Rasheed. Voor dit project schreef hij niet alleen de muziek, hij danste ook zelf mee in de voorstelling. Hoe succesvol Remy Alexander (1991) aan de weg timmert, bewees hij vorig jaar ook met het winnen van de Tera de Marez Oyens Prijs tijdens de Gaudeamus muziekweek.
Wie werk van Alexander wil beluisteren, kan dit onder meer op de cd ‘Whoever you are come forth’ van saxofonist Tom Sanderman. Alexander: “Op dit moment ben ik druk met een aantal projecten, waaronder de voorstelling Intrinsic Field met zangeres Rianne Wilbers en percussionisten Reggy van Bakel en Jop Schellekens.” In Tilburg is deze hele maand op zaterdag en zondag vrij werk van de jonge componist te horen via de beiaardautomaat. Genoeg aanleiding dus voor een gesprek met hem.
– Je hebt al veel muziek geschreven in je nog jonge bestaan als componist. Voor wie componeer je allemaal en voor wie componeer je het liefst?
“Ik componeer voor uiteenlopende bezettingen en doeleinden: voor concerten, films, vlogs, dansvoorstellingen, ensembles en bevriende spelers. Ik heb binnen de onderdelen van wat ik doe eigenlijk geen grote voorkeuren. Met vrienden samenwerken vind ik heel fijn en waardevol; die samenwerkingen hebben niet alleen een bepaalde vertrouwdheid, maar ook weet ik van hen het beste wat hun specifieke taal is, waar ze goed in zijn, welke nuances ze kunnen maken, hoe ze fraseren. Maar, het mooie van muziek is zeker ook dat je door samenwerking nieuwe vriendschappen kan maken!”
– In 2018 won je de Tera de Marez Oyens Prijs voor een compositie voor sopraan en sopraansaxofoon. Wat stond er in het juryrapport over jouw compositie?
“Daar wil ik niet teveel over zeggen. Maar de jury waardeerde mij echt als componist, wat een prachtig compliment op zichzelf was.”
– Je compositie ging over het thema geheugenverlies. Hoe verwerk je zo’n moeilijk thema in een muziekstuk?
“Het geheugen fascineert me. Het speelt ook een grote rol bij hoe we de tijd beleven en dus ook hoe we naar muziek luisteren. Met het thema geheugenverlies heb ik verder wel wat ervaring door mijn bijbaan in de zorg. Vanuit die hoek ben ik ook de tekst gaan schrijven, omdat de natuurlijke beweging van de muziek voor mij klonk als iets dat zichzelf vergeet terwijl het gaande is. Zo kwam ik op de woorden en het thema. Ik hoorde laatst ook iemand iets erover zeggen waar ik me wel in kan vinden: de tekst klopt iedere keer precies voor het moment dat het klinkt.”
– Hoe belangrijk is deze prijs verder voor muzikanten?
“Voor mij betekent het dat ik een stuk mag gaan schrijven voor een ensemble dat op de Gaudeamus muziekweek zal gaan spelen, wat ik heel cool vind! Het is echt een brug naar het schrijven voor professionele ensembles, alleen is helaas nog niet duidelijk of het stuk dit jaar of pas in het seizoen 2020 in première gaat.”
– Je studeerde onder andere bij Anthony Fiumara, de Tilburgse stadscomponist. Wat heb je bij hem vooral geleerd?
“Ik heb veel van Anthony geleerd. Eén van die dingen is om mijn eigen stem te vertrouwen, om de keuzes te maken in mijn muziek waar ik zelf helemaal achter sta. Dat heb ik altijd belangrijk gevonden. Met Anthony en andere docenten tijdens mijn master heb ik ook docenten gevonden die me daar honderd procent in steunen. Anthony is een hele goeie. Het stuk voor de Tilburgse beiaard is dan ook naar hem vernoemd en aan hem opgedragen.”
– Op je website lees ik dat je graag games speelt en naar cartoons en animaties kijkt. Muziek in games is erg belangrijk. Is er iets uit de gamewereld dat ook in jouw muziek zit?
“Dit vind ik echt een hele leuke vraag! Dat weet ik niet. Als ik game, is het vaak echt een paar uur achter elkaar op een vrije avond, en dan speel ik ook maar één spelletje. Wat misschien wel lekker minimalistisch is? Maar goed, met hoe ik nu game is de muziek eigenlijk minder belangrijk geworden en gaat het meer om de geluiden. De gamemuziek van mijn jeugd weet ik wel altijd nog wel te neurieën. Ik denk dan aan de Super Mario en Pokemon games. Maar of dat in mijn muziek zit? Dat weet ik niet. Het zou wel leuk zijn. Dus, vast wel!”
– Ik lees op je site ook dat het maken van muziek je hobby is. Verdien je er nog geen geld mee?
“Muziek maken is mijn hobby, absoluut. Maar ook mijn beroep. Ik ben iedere dag bezig met componeren, maar daarnaast zijn er ook dagen dat ik het leuk vind om popliedjes te maken; daar doe ik weinig mee, maar dat vind ik wel heel leuk om ook te doen. Het ligt dan wel in het verlengde van wat ik als componist doe, toch voelt het vaak meer als lekker hobbymatig aankloten. En dat is zalig! Ik verdien met componeren nog niet mijn volledige boterham, zoals veel componisten met mij. Maar ik werk hard en schrijf veel, nu vaak nog tegen een kleinere vergoeding. Maar ik blijf gaan, er is groei. Dat stelt me wel gerust.”
– Was het leuk om muziek te schrijven voor de beiaardautomaat?
“Het was onwijs leuk! Dat de Tilburgse beiaard pneumatisch gespeeld wordt is voor mij super prikkelend. Ineens kon ik de beiaard benaderen op wat het is en zijn klank zonder aan de speler te denken, wat een vreemde bevrijding is. Je mist de mens, maar je krijgt er ook iets voor terug. Ik ben ook na gaan denken over hoe je een beiaard kan horen, en hoe je, als je in een stad of dorp jezelf strategisch tussen een aantal kerken bevindt, op gezette tijden de klokken ietwat vertraagd na elkaar of door elkaar heen kunt horen slaan. Het ritme wat ontstaat zal een aantal straten verderop weer net iets anders klinken, omdat geluid zich moet bewegen om tot onze oren te komen.”
– Hoe was het om je muziek voor de beiaard in samples terug te horen?
“Het terughoren daarvan is leuk, maar mist voor mij een belangrijk element van de beiaard: de omgeving en gemeenschap rondom de beiaard waar de klank zich door verspreidt.”
– Waren er nog problemen tijdens het componeren?
“Nee, eigenlijk ging het wel. Toen ik de mail las met de uitleg van het pneumatische systeem had ik direct een klankvoorstelling. Ik wilde de beiaard laten zwieren en zwaaien alsof de klokken vruchten aan een boom in de wind waren.”
– Je favoriete noot is de middelste C. Is die noot ook te horen in het vrije werk voor de Tilburgse beiaard?
“Haha, ja, zeker!”
– Heb je eigenlijk al eerder muziek gecomponeerd voor een beiaard?
“Ja, ik heb eerder al eens voor de beiaard van de Heikese Kerk geschreven. Dat was toen een project vanuit het Tilburgs conservatorium en is ook uitgevoerd. Toen ik daar zat, kon ik me voorstellen dat iemand ergens aan de andere kant van het centrum dit in de verte hoorde en er niks van dacht. Dat vind ik onwijs mooi aan een beiaard.”
– Als er één instrument geschikt is voor moderne muziek, is het de beiaard. Eens of oneens?
“Ik ben het daar in ieder geval niet mee oneens. Ieder instrument is uitermate geschikt voor moderne muziek. Een beiaard is voor mij magisch en tegelijkertijd ook een ongelofelijk kenmerk van thuis. Ik heb nog nooit ergens gewoond waar ik niet vanuit mijn huis een beiaard kon horen. Op dit moment hoor ik een enkele kerkklok. En het is 21 uur.”
– Wat zijn je toekomstplannen?
“Om door te blijven gaan met componeren en er mijn grootste professionele activiteit van te maken.”
Continue reading...