Net als dat van vele andere mensen, kreeg ook het bestaan van stadsbeiaardier Carl Van Eyndhoven afgelopen jaar een bijzonder surrealistisch trekje. Kon hij nog wel elke zaterdag naar Tilburg komen om op de beiaard te spelen, gelet op alle (reis)restricties? Steeds weer was daar de vraag of het wekelijks tochtje van Antwerpen naar Tilburg nog door kon gaan. Gelukkig hoefden de inwoners van Tilburg hem niet vaak te missen. Vrijwel elke zaterdag was de muziek van de beiaard te horen en daalde deze neer op de luisteraar als een pleister op een zere wond, soms met het raam open. Maar hoe gaat het verder met Van Eyndhoven? Hoe is het om in een tijd waarin iedereen verplicht thuis werkt beiaardier te zijn? En hoe ervoer hij het dikke pak sneeuw van afgelopen week? Hoe koud was het eigenlijk bovenin de toren van de Heikese kerk? Lees hieronder de brief die Van Eyndhoven afgelopen zaterdag schreef aan alle Tilburgers.
Beste vrienden,
Nooit gedacht dat de wekelijkse beiaardbespeling nog een avontuurlijke onderneming zou worden. Vanuit Antwerpen naar Tilburg is best een aangename rit, zeker als er, zoals vandaag, een stralende (ook wel verblindende) zon in een glasheldere blauwe hemel prijkt. Maar in deze coronatijden en bij een temperatuur van minus 5 graden moet je toch enige voorbereiding doen alvorens aan een ‘essentiële internationale’ verplaatsing te beginnen. Heel belangrijk en zeker niet te vergeten is de ‘verklaring op eer’ waarin je bevestigt dat je omwille van professionele redenen niet anders kan dan – met ware doodsverachting – naar het buitenland te reizen. Hierbij komt dan nog een attest van de gemeente Tilburg als bevestiging van de ‘verklaring op eer’ – je weet maar nooit… En uit dit attest blijkt dat ik als beiaardier niet kan telewerken (we gaan hier niet uit de biecht klappen over beiaardautomaten die je thuis, vanuit je zetel, via een app op je iPhone kan aansturen) en dat je ‘lijfelijk’ aanwezig dient te zijn om dit instrument te bespelen. De impact van die bespelingen blijkt in coronatijden groot te zijn.
De beiaard wordt terug (h)erkend als een instrument dat in een heel grote concertzaal speelt. De ‘publieke ruimte’ noemt men dat. Concertzalen die nu om begrijpelijke redenen leeg moeten blijven, hoe spijtig dit ook is. En zo probeer ik via improvisaties over songs van hoop en troost (vaak met een knipoog erbij om het niet al te ‘serieus’ te laten klinken) wat klank en kleur over de binnenstad van Tilburg uit te strooien. In de hoop dat het voor sommigen hartverwarmend werkt…
Verwarmend is in ieder geval het elektrische ‘kacheltje’, boven in de toren bij het beiaardklavier. In deze koude tijden zeker geen luxe. Het verwarmt niet alleen de beiaardier, maar zorgt er ook voor dat de luchtcompressor die de nieuwe beiaardautomaat in beweging brengt blijft functioneren: onverstoord, elk kwartier van 08.00 tot 20.00 uur. Geloof mij: het is heerlijk om bij een aangename temperatuur van zo’n 12 graden de beiaard te bespelen en je muzikale fantasie de vrije loop te laten gaan. De beiaardier daarboven ‘eenzaam in zijn toren’… het lijkt misschien wat op een zelfgekozen quarantaine, maar het voelt zo helemaal niet aan. Integendeel, het voelt aan alsof de hele wereld (nou ja, de inwoners van de binnenstad) je knuffelcontact is. Na de bespeling in Tilburg gaat het richting Mol om daar de beiaard van de Sint-Pieter-en-Pauwelkerk te bespelen. Dat wordt weer even spannend. Grenscontroles ter hoogte van de abdij van Postel zijn niet uitgesloten. Maar eenmaal in Mol wacht mij een heerlijke beloning: een toilet in de kerk! Want dat mis ik wel (en een heerlijk kopje koffie) als ik nu in Tilburg kom. Dat de horeca maar snel weer de deuren mag openen. Daarna zal de beiaard nog mooier klinken!
Carl Van Eyndhoven,
13 februari 2021